Wat is oplossingsgericht coachen?
In mijn blog over wat kindercoaching is, schreef ik al dat een kindercoach oplossingsgericht te werk gaat. Dit lijkt een vrij duidelijk begrip, maar hoe ziet dat er dan in de praktijk uit, vraag je jezelf misschien af? In dit blog leg ik uit wat oplossingsgericht coachen is en hoe Groeizelf dit in de praktijk uitvoert.
Oplossingsgericht coachen
Oplossingsgericht coachen heet ook wel korte oplossingsgerichte coaching. Dit komt omdat deze manier van coachen vaak snel resultaat oplevert. Meestal binnen enkele sessies, maar het kan zelfs met één sessie al resultaat opleveren. De snelle resultaten die met oplossingsgericht coachen vaak worden bereikt, hebben meestal te maken met kleine veranderingen. Wanneer het kind oog heeft voor kleine positieve veranderingen, krijgt het ook kans om te groeien.
Tijdens oplossingsgericht coachen staan we niet te lang stil bij het probleem zelf. Het kind en/of de ouders vertellen wel het probleem, maar we proberen het probleem zo min mogelijk te analyseren. In plaats daarvan zoeken we naar de uitzonderingen en oplossingen die wel werken.
‘Geen enkel probleem komt altijd voor’
De kern van oplossingsgericht coachen is namelijk geen aandacht besteden aan het probleem, maar vooral kijken naar wat het kind al wel kan. Van daaruit werken we direct aan het probleem. Uitzoeken wat werkt om met het probleem om te gaan, al werkt het maar een beetje en af en toe, daar gaan we mee aan de slag! Het gebruiken van bestaande kennis en vaardigheden werkt vaak effectiever dan dat er nieuwe en theoretische oplossingen en vaardigheden worden aangeleerd.
Oplossingsgericht aan de slag
Vaak vertelt het kind en/of de ouders wat ze niet willen. Bij oplossingsgericht coachen focussen we, vanaf sessie één, op wat je wel wil. De vraag is dan ook niet wat wil je niet, maar wat zou je wel graag willen. Hiervoor maken we gebruik van het ideale toekomstbeeld of een fantasiewereld van het kind waarin het probleem niet meer voorkomt.
Als het duidelijk is wat het kind wil bereiken gaan we kijken naar de uitzonderingen. Zijn er uitzonderingen in het probleem? Wanneer komt het probleem wel voor en wanneer komt het probleem niet voor? Hoe kan het dat het probleem wel voorkomt en hoe kan het dat het niet voorkomt?
Wanneer de uitzonderingen duidelijk zijn, bespreken we de mogelijke oplossing. Hierdoor wordt het nog duidelijker wat het kind hoopt te bereiken.
Door middel van deze stappen weet de coach wat het kind wil bereiken, maar ook wat het kind al kan. Tijdens het bespreken van de uitzonderingen heeft het kind en/of de ouders laten weten wat de uitzonderingen zijn en hoe het kind dit (mogelijk) aanpakt. Deze aanpak laat zien welke vaardigheden het kind bezit omdat het probleem dus niet altijd voorkomt. Dit geeft vaak al inzicht bij het kind en/of de ouders. Hierdoor kan de eerste stap naar verandering al gezet zijn! Een hele kleine verandering in gedrag of in denken, kan tot grote resultaten leiden.
‘Een reis van duizend mijlen begint met de eerste stap’
– Confucius
Schaalvragen
Om het kind en/of de ouders te helpen bij een realistische inschatting, maken we gebruik van schaalvragen. Dit gebeurt meestal aan het eind van het gesprek als het plan van het kind en/of de ouders duidelijk is. Schaalvragen kunnen een specifiek probleem naar een werkelijke oplossing brengen. De schaal bestaat uit 1 tot en met 10. Waarbij 10 de ultieme oplossing is en het probleem niet meer bestaat en waarbij 1 staat voor het allerergste. De coach zal aan het kind vragen waar het op dit moment in de schaal staat en hoe het hem of haar is gelukt om daar te komen. Samen gaan we een stapje verder kijken en kijken we wat daarvoor nodig is om het daadwerkelijk te bereiken.
Vaak zijn schaalvragen voor jonge kinderen nog te moeilijk omdat cijfers heel abstract zijn. Daarom maken we bij jonge kinderen gebruik van gezichtjes die laten zien hoe blij of boos het kind is met de situatie. Ze hoeven dan alleen te wijzen om aan te geven waar ze nu staan, waar ze heen willen, in welke mate de gewenste situatie bereikt is en hoe ze zich voelen. Tevens maken we gebruik van thermometers die ze kunnen inkleuren om bijvoorbeeld aan te geven hoe erg iets is.
Bij oudere kinderen maken we wel gebruik van de cijfers, zij hebben over het algemeen geen moeite met de schaalvragen.
‘Als je niet weet waar je naartoe gaat, leidt iedere weg je ernaartoe’
– Mark Twain
Heb je naar aanleiding van dit blog een vraag? Stel hem gerust!