7 tips om je kind te helpen met zelfvertrouwen en zelfkritiek

Een kind met een laag zelfvertrouwen heeft vaak ook last van zelfkritiek. Het kind pusht zichzelf meedogenloos met kwellende zelfkritiek. Als zelfkritiek een gewoonte wordt, kan het lastig worden om daar zomaar verandering in aan te brengen. Om deze gewoonte te doorbreken vraagt het om mildheid en vasthoudendheid van de ouders. In dit blog geef ik zeven tips voor jou en je kind. Laat je kind opgroeien met meer zelfvertrouwen en minder zelfkritiek!

1. Plaats fouten in hun context

Erken de teleurstelling als je kind van streek is over een niet perfect werkje en moedig je kind ook aan om te bedenken wat goed ging. Bekijk samen de goede kanten van het werkje (de inzet, de leer en de groei). Als je kind het grotere plaatje ziet, worden fouten teruggebracht tot een juiste verhouding.

2. Erken negatieve gevoelens voordat je je op een oplossing richt

Wanneer een kind met een laag zelfvertrouwen zich moedeloos voelt, kun je het niet altijd oppeppen door te zeggen ‘Je kunt het!’. Dan kan je kind nog nadrukkelijker zeggen dat het ergens super slecht in is of iets echt niet kan.

Door de gevoelens van je kind te erkennen kom je aan dezelfde kant te staan als je kind. Door de gevoelens van je kind samenvattend te verwoorden lijken de gevoelens voor je kind begrijpelijker en daardoor beheersbaarder. Het is voor een kind makkelijker om iets aan een specifiek gevoel te doen dan aan het algemene besef dat het slecht of waardeloos is. Dit kun je het beste doen door iets te zeggen als:

‘Je voelt je nu moedeloos over…’

‘Je voelde je uit het veld geslagen toen…’

‘Je worstelt op dit moment met…’

Zo kun je met je kind meevoelen en tegelijkertijd de overweldigende zelfkritiek van je kind bedwingen. Doordat je dit zegt, krijgt je kind de boodschap dat gevoelens niet permanent zijn, waardoor het vaak draaglijker is voor je kind.

3. Vertel over je eigen worstelingen of fouten

Door open en eerlijk te zijn over je eigen fouten, leert je kind dat het normaal is om hierover te praten. Geef je eigen fouten toe en vertel hoe jij ermee om bent gegaan. Benadruk dat je dus weet wat het is, hoe het voelt en dat je er vertrouwen in hebt dat je kind de worsteling of fout te bovenkomt. Benadruk daarbij ook dat het niet erg is als je kind ermee worstelt of een fout maakt. Door over je eigen ervaringen te praten leert je kind dat iedereen wel eens worstelt of een fout maakt, maar ook dat het niet erg is als het een keer gebeurt.

4. Ga in op nare opmerkingen

Begin met het erkennen van de gevoelens achter de zelfkritiek, door bijvoorbeeld te zeggen:

‘Je voelt je gefrustreerd over…’

‘Je bent verdrietig omdat…’

‘Je bent bang dat…’

‘Je zou willen dat…’

Wanneer je focust op de gevoelens van je kind en niet op het oordelen dan plaats je jezelf naast en niet tegenover je kind en toon je begrip. Dat maakt de last voor je kind draaglijker. Leg vervolgens ook uit waarom de nare opmerkingen niet kloppen en bedenk samen wat je kind in dezelfde situaties wel kan denken of doen.

5. Bouw voort op kleine successen zodat je kind vooruitgang ziet

Kleine stapjes zijn nodig voor het grote succes. Door steeds de kleine succesmomenten te benoemen en te vieren, ziet je kind dat het vooruitgaat. Kinderen moeten zelf hun eigen gevoel van bekwaamheid ontwikkelen. Je kunt ze daarbij helpen door de stappen op weg naar een groot doel zo klein mogelijk te maken zodat de stappen niet eng lijken. Hierdoor zal je kind het succes ook makkelijker accepteren en makkelijker volhouden.

6. Vertel ik-worstel-en-kom-boven-verhalen over je kind

De verhalen die je als ouder over je kind vertelt, vormen een van de belangrijkste manieren om je kind te beïnvloeden. Verhalen over hoe je kind heeft geworsteld en vervolgens toch een succes heeft behaald, kunnen je kind inspireren om door te gaan. Kinderen met een laag zelfvertrouwen zijn geneigd om hun worstelingen te zien als een teken dat ze een bepaalde taak niet aan kunnen en moeten stoppen. Je kunt moeilijkheden die ze op dat moment hebben, in mogelijkheden plaatsen door te vertellen over de keren dat je kind succes behaalde. Door dit soort verhalen onderstreep je dat inspanning helpt tot successen en dat je kind het wel kan.

7. Knuffelen maar!!

Het allerbelangrijkste is heel veel knuffelen! Wanneer je kind kritisch op zichzelf is of verdrietig is, kun je knuffelen. Knuffels bieden je kind troost en geven een gevoel van acceptatie, en dat is precies het tegenovergestelde van gemene, tegen zichzelf gerichte opmerkingen.

Wil je meer weten over hoe je kind kan laten opgroeien met meer zelfvertrouwen en minder zelfkritiek? Neem dan contact op! Of neem een kijkje bij de andere blogs.