Heeft straffen zin of is belonen zinvoller?

Veel ouders en/of verzorgers maken tijdens het opvoeden gebruik van straffen. Maar is dit zinvol en als het zinvol is hoe kan je dan het beste straffen? Of kan je toch beter gebruik maken van belonen? Alleen hoe moet je dan belonen? Is dat door cadeautjes te geven, vrijstellen voor bepaalde momenten of door woorden? Dit zijn een hoop vragen die veel ouders en/of verzorgers bezighouden. In dit blog neem ik jullie mee in wat straffen en belonen is, wat zinvoller is en hoe je wat het beste is, in kan zetten of kan aanpakken.

Straffen

Laten we beginnen met wat straffen is. Wanneer we het over straffen hebben, kennen we denk ik allemaal wel het strafbankje, strafhoekje of voor straf op de trap of de gang zitten. ‘Ga daar maar even afkoelen’ of ‘bijkomen en goed nadenken over wat er is gebeurd’. Maar wat is straffen nou precies? Volgens de definitie van straffen is straffen een maatregel tegen een overtreding. Het is een methode die vaak gebruikt wordt omdat men denkt dat hiermee gedrag beïnvloed wordt, maar is dat wel zo? Beïnvloed je gedrag positief door te straffen? Zie je daadwerkelijke gedragsverandering wanneer je je kind straft? Leren ze er echt wat van? Heeft dit het gewenste effect op korte en uiteindelijk op langer termijn?

Belonen

Wanneer we het over belonen hebben, spreken we dus over een blijk van waardering over wat iets of iemand krijgt bij het verrichten van een goede daad of als iemand iets heel goed heeft gedaan. Een beloning kan tastbaar zijn, dus iets concreets, het toetje na het leeg eten van het bord, maar een beloning kan ook gegeven worden met woorden.

We zullen allemaal wel eens een beloning hebben gegeven. Denk bijvoorbeeld aan die ene keer dat je bijvoorbeeld tegen je kind zei: ‘als je snel je bordje leegeet, krijg je een toetje’. Belonen kan dus ook met woorden. Dit kan zijn door te zeggen dat je trots bent op je kind, of dat hij of zij iets goed heeft gedaan. Maar is dit zinvoller dan straffen en hoe moet je je kind dan belonen?

Straffen of belonen?

Nu we weten wat straffen en belonen is, vraag je je misschien af wat zinvoller is. Ze hebben allebei voor- en nadelen, maar als je daadwerkelijk gedragsverandering wilt zien dan kun je het beste kiezen voor belonen. Beloningen hebben een positieve uitwerking op het gedrag. Belonen vergroot namelijk de kans om het gewenste gedrag te herhalen. Een kind weet door beloond te worden beter wat hij of zij wel mag doen en wat niet.  Je ziet vaak daardoor ook dat een kind het gewenste gedrag uit zichzelf gaat laten zien. Het weet namelijk goed welk gedrag je goedkeurt en wat niet.

Straffen stimuleer geen nieuw gedrag. Je straft alleen het ongewenste gedrag af. Je legt de nadruk op wat je vooral niet wil, waardoor een kind vaak (nog) niet weet wat je wel wil. Daarnaast kan een kind niks meer veranderen aan het gedrag waarvoor het net gestraft is. Tevens blijkt dat straffen vaak heel snel z’n kracht verliest. Het lijkt dus in eerste instantie effectief, maar uiteindelijk heeft het weinig positieve invloed op het gedrag van het kind. Een kind dat namelijk voor straf op de gang wordt gezet, zal eerst schrikken en stoppen met het ongewenste gedrag. Echter als het eenmaal op de trap zit, zal het zijn of haar tijd uit zitten tot het weer terug mag komen. Je kunt je dan afvragen of je kind geleerd heeft van de straf.

Hoe kan je een kind belonen?

Als belonen dan toch zinvoller is, is het handig om te weten hoe je je kind kunt belonen!

  • Maak duidelijk wat je kind goed heeft gedaan/welk gedrag je wilt zien. Zeg dus niet alleen maar ‘Goed zo!’, maar leg ook uit wat er goed is door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Wat goed dat je al je speelgoed hebt opgeruimd!’ of ‘Wat goed dat je mij vertelt hoe je je daarbij voelt, zonder boos te worden. Nu weet ik wat je duidelijk probeert te maken’.
  • Wacht niet te lang met de beloning. Laat de beloning meteen volgen op het gewenste gedrag. Hierdoor kan je kind het verband leggen tussen jouw waardering en iets wat hij of zij heeft gedaan. Wacht met belonen? Dan weet het kind vaak niet meer waarvoor je het beloont.
  • Geef complimenten/beloningen op ‘onverwachte’ momenten. Je hoeft natuurlijk niet alleen te belonen als je jouw kind ‘vraagt’ naar het gewenste gedrag. Het kan ook zijn dat je kinderen lekker aan het spelen zijn of je kind zijn of haar theebeker naar de keuken brengt. Je kunt dit gedrag opmerken en belonen door te zeggen ‘Wat zijn jullie fijn aan het spelen met elkaar’ of ‘Bedankt dat je je theebeker naar de keuken hebt gebracht’.
  • Moedig je kind aan. Je kind stimuleren voor bepaalde dingen is ook een vorm van belonen. Je laat zien dat je trots bent op wat hij of zij doet.
  • Wissel beloningen af. Zoals ik al eerder beschreef kan je op verschillende manieren belonen. Probeer hier gebruik van te maken. Geef de ene keer als beloning een compliment en de andere keer bijvoorbeeld een knuffel of een kus. Een beloning kan natuurlijk ook zijn dat je zijn of haar favoriete gerecht maakt, omdat het iets goeds heeft gedaan! Door af te wisselen met beloningen leert het het kind goed gedrag te laten zien voor de beloning. Het weet immers niet welke beloning hij of zij dan krijgt.
  • Richt je op het proces en niet op de prestatie. Door op het proces te focussen leert je kind dat inzet en doorzettingsvermogen belangrijker zijn dan het eindresultaat. Het is dan niet erg als het niet in een keer lukt. Zeg bijvoorbeeld ‘Wat knap van jou dat je helemaal alleen probeert om je jas aan te doen!’. Het compliment is dan de beloning voor het proberen!
  • Gebruik een beloningssysteem. Soms is fijn om een beloningssysteem te gebruiken. Dit kan je voornamelijk inzetten wanneer je een specifiek gedrag wilt aanleren. Dit kan bijvoorbeeld met zindelijk worden of in je eigen bed slapen. Elke keer als het lukt, mag je kind een sticker plakken.
  • Geef het goede voorbeeld. Ik kom er weer niet omheen, maar dit is altijd heel belangrijk. Geef zelf het goede voorbeeld. Kinderen imiteren en leren het beste van jou!
  • Let op of jouw beloning het gewenste effect bereikt. Als laatste is het belangrijk dat je in de gaten houdt dat de beloning die je geeft, wel het gewenste effect bereikt. Soms kan je kind het trucje doorkrijgen en vertoont hij of zij alleen goed gedrag omdat het weet dat het er iets.

Tips wanneer je toch gebruik wil maken van straffen.

  • Wordt NOOIT fysiek. Slaan is nooit een oplossing en is bovendien bij de wet verboden. Met slaan kun je absoluut geen medewerking afdwingen. Je geeft hierdoor absoluut het verkeerde voorbeeld.
  • Straffen moet in balans zijn. Een straf moet aansluiten op hetgeen waar je kind mee bezig is en het moet niet de licht of te zwaar zijn. Het heeft geen zin om te zeggen dat het kind in de avond geen toetje krijgt als het ongewenste gedrag in de ochtend gebeurd is. Een straf dat in balans is, is bijvoorbeeld alles zelf laten opruimen als het zijn of haar speelgoed uit de kast heeft gegooid.
  • Waarschuw je kind voordat je een straf geeft.
  • Leg uit waarom je kind straf krijgt. Je kind moet wel snappen waarom iets niet mag, anders is het niet duidelijk en zal het gedrag zich snel weer herhalen.
  • Straf meteen, houdt je eraan en wees consequent. Straf meteen, anders weet je kind niet meer waarom het gestraft wordt. Houdt je eraan, anders verliest het zijn kracht. Wees consequent anders wordt het verwarrend voor je kind.
  • Straf niet te vaak. Maak alleen gebruik van straffen als het echt nodig is en als het gedrag vertoont wat je echt niet vindt kunnen. Als je te vaak straft, heeft het geen effect meer en gaat je kind juist de grenzen opzoeken.

Kortom, als het om straffen of belonen gaat, lijkt belonen zinvoller en effectiever om gewenst gedrag aan te leren. De kans op gedragsverandering is groter door te belonen dan te straffen. Je mag natuurlijk wel gebruik maken van straffen, maar let dan goed op de bovenbeschreven punten!

Kun jij hulp gebruiken bij of heb je nog vragen over belonen of straffen? Neem gerust Contact op!