Je kind laten werken met ritme en motivatie tijdens de lockdown

Nu de lockdown nog langer duurt, zul je misschien nog meer zoeken naar een vast ritme en motivatie voor jou en je kind. Naast je huidige werk heb je er een baan bijgekregen, namelijk die van juf of meester. Naast het huishouden en je werk, moet je er nu ook voor zorgen dat je kind zijn of haar schoolwerk maakt. Hier en daar nog even wat uitleggen en je kind motiveren. Het is voor iedereen zoeken, maar nu de lockdown nog langer duurt kan het lastig zijn om ritme en motivatie vast te houden. Daarom geef ik in dit blog tips om er toch een ritme in te houden en gemotiveerd te blijven. Daarnaast zal ik een aantal tools beschrijven die je hierbij kunt gebruiken.

Omgaan met veranderingen

In mijn vorige blog beschreef ik al hoe je jouw kind kunt helpen bij het omgaan met veranderingen. Als de stress en de onduidelijkheid van de veranderingen weg zijn, kun je samenwerken aan hoe het nu verder moet. Lees dus vooral eerst het blog over omgaan met veranderingen, als je merkt dat hierdoor voornamelijk het ritme moeizaam verloopt en de motivatie ver te zoeken is.

Dagritme

Probeer zoveel mogelijk het dagritme aan te houden, zoals bij een ‘normale’ schooldag. Consequente routines vormen houvast voor zowel jezelf als voor je kind. Dit brengt rust met zich mee, iedereen weet waar het aan toe is en vaak word je daardoor gemotiveerd. Je weet wat je moet gaan doen en wanneer je vrije tijd hebt.

Dus sta op vaste tijden op, kleed je aan, ga ontbijten, houdt de lunch op vaste tijden, net als het avondeten en naar bed gaan. Hoe meer voorspelbaarheid en ritme hoe beter jullie je voelen. Door een vast dagritme weet je kind ook waar hij of zij aan toe is. Wat weer helpt bij de voorspelbaarheid en het geeft duidelijkheid.

Pictogrammen helpen bij het dagritme

Het kan helpen om met pictogrammen duidelijkheid te geven aan de dag. Pictogrammen kun je overal op internet vinden. Met behulp van de pictogrammen kun je de dagindeling weergeven. Zo kun je dus dagritme duidelijk en overzichtelijk weergeven. Je kunt duidelijk aangeven wat er gebeurt van moment tot moment. Dit kan heel letterlijk, door aan te geven dat je na het opstaan, je aankleedt, dan gaat ontbijten, vervolgens je tanden moet poetsen om dan met het schoolwerk te beginnen. Echter kun je het ook globaler doen als je kind dat ook snapt. Dus bijvoorbeeld na het opstaan, ontbijten, aan school, lunchen, aan school, vrije tijd, sporten, avondeten en naar bed.

Als het dagritme elke dag hetzelfde is hoef je natuurlijk niet dagelijks de pictogrammen te veranderen. Is dat niet het geval, dan hang je elke avond samen met je kind de juiste pictogrammen voor de volgende dag op.

Maak een weekschema

Net als op veel scholen helpt het thuis ook om een weekschema te maken. Een weekschema helpt om overzicht te hebben over de week. Wanneer moet je kind aan school werken en wanneer heeft het weekend. Schrijf ook in het weekschema wanneer wie thuis is of wie er op hem of haar past. Net als speel-, bel- of school afspraken die staan gepland. In het weekschema kun je ook al een dagschema maken. Hoe laat beginnen we met school, wat doen we als eerst, wat komt daarna, wanneer heeft je kind pauze en wanneer is ‘school’ afgelopen.

Geef in de weekplanner elke dag een vaste kleur. Bijvoorbeeld geel voor maandag, blauw voor dinsdag, groen voor woensdag, ect. Geef daarin ook schoolafspraken dezelfde kleur, net als buitenschoolse activiteiten, zodat het heel overzichtelijk is wanneer je kind bijvoorbeeld vrije tijd heeft, wanneer het met school bezig is en wanneer er sportafspraken zijn.

Maak een dagschema

Naast het weekschema helpt het ook om een dagschema te maken. In het weekschema heb je dit globaal gedaan, maar bij het dagschema is het de bedoeling dat je heel duidelijk en overzichtelijk opschrijft wat je kind op een dag gaat doen. Dit doe je elke dag samen met je kind, voordat jullie aan het werk gaan. In het dagschema geef je de dag de juiste kleur, zoals in het weekschema. Vervolgens schrijf je het volgende in het schema:

• Wanneer begint ‘school’ (na het ontbijt of mag het dan nog even tv kijken?)
• Een volgorde van lessen die gemaakt moeten worden
• Of en hoe laat er een meeting staat met de juf/klasgenoten
• Wanneer het ‘pauze’ is (is dat alleen met de lunch of tussendoor ook nog)
• Op welk moment je kind zelfstandig gaat werken
• Wanneer je kind uitleg van jou of je partner krijgt
• Hoe laat je kind klaar is met school
• Wat er na schooltijd gebeurt (heeft je kind dan tijd voor zichzelf of moet er dan gesport worden of iets in het huishouden worden gedaan)

Hierin is het ook weer belangrijk dat je per activiteit de juiste kleur geeft, bijvoorbeeld alle schoolactiviteiten kleur je geel, de sportactiviteiten blauw en vrije tijd roze.

Hoe duidelijker en overzichtelijker de dag hoe meer rust het geeft en iedereen weet waar het aan toe is. Dit is fijn voor jezelf, omdat je hierbij rekening kan houden met je eigen (werk)agenda. Inmiddels zul je steeds beter weten wanneer je kind zelfstandig aan het werk kan gaan en wanneer het meer hulp nodig heeft. Maak hier ook gebruik van!

Stoplicht

Merk je dat op de momenten dat je kind zelfstandig moet werken, toch nog veel aan je vraagt. Dan kun je gebruik gaan maken van een stoplicht. Dit is vaak al bekend bij kinderen, scholen maak hier vaak gebruik van. Zo niet, dan kun je het gemakkelijk aan ze uitleggen. De stoplichtmethode wordt ingezet om de zelfstandigheid van het kind te bevorderen. Het stoplicht kun je via de computer laten zien aan je kind, je kunt er zelf een maken of aanschaffen. Het stoplicht kent drie kleuren en staan in de klas voor:

Rood: dan wordt er zelfstandig en stil gewerkt. Je stelt geen vragen andere kinderen. Je stelt alleen vragen aan de juf als je het echt niet zelfstandig kan oplossen of de opdracht niet kan overslaan.

Oranje: Je werkt in je eigen groepje en fluistert met de kinderen in je groepje. Je vraagt geen hulp aan de juf.

Groen: Je mag zachtjes overleggen. Je mag hulp aan juf vragen.

Dit kun je natuurlijk ook thuis doen.

Rood staat dan voor: je bent zelfstandig aan het werk. Je mag papa of mama niet storen, tenzij er echt iets aan de hand is. Als je de vraag niet snapt sla je hem over, op het moment dat papa of mama weer beschikbaar is stel je de vraag.

Oranje staat voor: je bent zelfstandig aan het werk. Je mag papa of mama alleen storen als je de vraag echt niet snapt of echt niet kunt overslaan. (Misschien als er een broer of zus ook thuis met school bezig is, kun je voorstellen dat ze het eerst aan elkaar vragen voordat ze naar jullie toegaan).

Groen staat voor: papa of mama werkt aan dezelfde tafel als jij en als je het niet snapt of extra uitleg nodig hebt, vraag je dit aan hem of haar.

Het is natuurlijk niet de bedoeling van het stoplicht dat er de hele dag ‘rood’ of ‘oranje’ wordt gewerkt. Echter wanneer jij net die meeting hebt waarin je echt niet gestoord kunt worden, zou dit wel een oplossing kunnen zijn. Wel adviseer ik, zodra de meeting dan over is om meteen te kijken bij je kind.

De stoplichtmethode kun je ook al toevoegen in het dagschema. In het dagschema kun je dan al aangeven wanneer het stoplicht op rood, oranje of groen staat, zodat je kind ook hier weer precies weet waar het aan toe is.

Voel je vooral vrij om de ‘regels’ van stoplichtmethode eigen te maken en dus aan te passen waar nodig/wenselijk is.

Time-timer

Een andere tool die vaak goed werkt om (zelfstandig) te werken is de Time-timer. Deze kun je ook of via internet inzetten of zelf aanschaffen. Met de Time-timer kun je aangeven hoe lang je kind bijvoorbeeld zelfstandig moet werken. Tevens kan je met de Time-timer aangeven hoe lang je kind met een bepaald vak bezig moet zijn of moet lezen. Net als je kan aangeven hoe lang je kind bijvoorbeeld nog moet werken totdat jullie gaan lunchen of dat hij of zij klaar is met school. Echter kun je het ook voor niet schoolse activiteiten inzetten, zoals de tijd dat je aan tafel zit of hoe lang je doet over aankleden.

Je kunt de Time-timer dus heel goed combineren met het stoplicht en op allerlei manier inzetten!

Motivatie

Het beste om je motivatie te houden en te krijgen is door het gewoon te doen. Ga aan de slag! Een dag voelt vaak beter als je daadwerkelijk iets gedaan heb. Jezelf nuttig maken, is jezelf nuttig voelen.

Vergeet het ook vooral niet leuk te maken en te houden! Jullie werken nu allemaal thuis. Dat betekent dat tussendoor een extra knuffel, praatje of kopje thee prima kan. Of ga een keer met je schoolwerk bezig in je pyjama. Wanneer kun je dat nu doen?

Zoek en bespreek de positieve kanten van het thuis zijn en thuiswerken. En vergeet jezelf en je kind af en toe niet te belonen voor het goede en harde werken!

 

Mocht je nog vragen hebben naar aanleiding van dit blog, neem dat gerust contact op!